
Naam: Bernardus Josephus Wilhelmus Zweers
Geboren: 18 mei 1854, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland
Gestorven: 9 december 1924, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland
Beroep: componist, dirigent
Muziekstijl: symfonische muziek
Bekende werken:
- Missa quatuor vocibus (1877)
- Symfonie nr. 3 in Bes-majeur “Aan mijn Vaderland” (1888-1890)
- Gysbrecht van Aemstel (1892)
- Ouverture Saskia (1906)
Korte biografie
Toen Bernard Zweers geboren werd, had hij last van tinnitus (oorsuizen). Desondanks begon hij toen hij 14 jaar was met het componeren van kamermuziek. Zijn muzikale ontwikkeling is beïnvloed door het bijwonen van de Ring des Nibelungen van Richard Wagner in 1881 in Berlijn. Ook voltooide Zweers zijn eerste symfonie in datzelfde jaar. Daarna is hij lessen gaan volgen in Leipzig bij Salomon Jadassohn.
Terug in Amsterdam werd Zweers aangesteld als leraar harmonie en compositie aan het conservatorium van Amsterdam. Dit was hij van 1885 tot 1922. Hier heeft hij vele Nederlandse componisten opgeleid, waaronder Hendrik Andriessen, Sem Dresden en Leo Smit. Daarnaast was hij ook dirigent van verschillende koren. Maar door zijn toenemende doofheid heeft hij dat maar enkele jaren vol kunnen houden.
Zweers probeerde de nationale Nederlandse toonkunst tot stand te brengen door alleen maar Nederlandse teksten te gebruiken in zijn vocale werken, onder meer van de hand van Nicolaas Beets en J.J.L. ten Kate. In zijn latere leven vooral van P.C. Boutens. Veel van zijn liedjes zijn jaren lang populair geweest in heel Nederland en waren te vinden in de liedbundel ‘Kun je nog zingen, zing dan mee‘ uit 1906 (ik heb een exemplaar hiervan in mijn lokaal) .
Zijn grootste en bekendste werk is symfonie nr. 3 “Aan mijn Vaderland”. Dit is de Nederlandse tegenhanger van Bedřich Smetana’s “Má Vlast“. De première van de eerste drie delen vond plaats op 23 maart 1888 onder zijn eigen leiding in de Amsterdamse Stadsschouwburg. In 1890 werd het complete vierdelige symfonie in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam gespeeld, door het Koninklijk Concertgebouworkest, onder leiding van Willem Mengelberg.
Zweers toonde af en toe ook zijn gevoel voor humor. Tijdens een vergadering van de Nederlandse Toonkunstenaars Vereeniging stond de symfonie nr. 2 op het programma samen met de Concert-ouverture van Huyschenruyter. Vlak voor het concert vertelde Huyschenruyter aan Zweers hoe erg hij had genoten van de repetitie van zijn symfonie. Na een moment van stilte, antwoordde Zweers:
"Mijnheer, ik heb uw ouverture niet gehoord, maar ik ben er zeker van dat mijn symfonie hoger staat. Uiteraard, omdat uw ouverture in D is, terwijl mijn symfonie in Es is geschreven!"
De ‘Es’ is een halve toon hoger dan de D in het muzikale alfabet
Huyschenruyter was sprakeloos, nadat Zweers vertelde dat zijn symfonie hoger staat dat zijn ouverture. Hij vond het arrogant van Zweers om te zeggen. Maar toen Zweers in lachen uitbarstte, wist hij dat het een grap was.
Na de dood van Zweers werd zijn muziek vrij snel vergeten, maar van zijn drie symfonieën zijn wel plaatopnamen gemaakt.

Ga terug naar: 2018/2019 – Klassieke muziek