Schuldgevoel

De hand van Duncan greep naar de tas, pakte hem vast en trok er hard aan. Anna viel met een klap op de grond.

“Laat me met rust!” schreeuwde Anna.

Iedereen stond om haar heen en schaterde het uit van het lachen. De stem van Julian klonk:

“Zullen we die aan sloeber geven?”

Er verscheen een gemene lach op het gezicht van Duncan toen hij de banaan aanpakte.

“Hou haar vast jongens.”

Alexander pakte haar gelijk vast en Duncan schreeuwde boos:

“Pak haar vast en hou haar tegen!”

Daar stond Anna. Ze kon geen kant op, hoe hard ze ook haar best deed om los te komen. Duncan kwam steeds dichterbij met de banaan en smeerde vervolgens haar gezicht onder en veegde zijn handen af.

“Hey, wat moet dat?” klonk er in de verte.

Anna werd losgelaten. Tranen stroomden over haar wangen. Dat was het laatste beeld dat ze hadden van haar. Iedereen moest er hard om lachen. Iedereen, behalve één…

Matthijs schrok wakker, badend in het zweet. Het beeld van de huilende Anna zag hij nog steeds voor zich. Hij hoorde haar stem suizen in zijn oren:

“Laat me met rust!”

Matthijs ging rechtop zitten in zijn bed en keek naar zijn wekker. Het was vier uur in de nacht. Hij voelde zich misselijk en rende naar de wc. Het begon als plagen, onschuldige dingetjes, maar nu gaat Duncan wel erg ver, dacht Matthijs. Er werd op de badkamerdeur geklopt.

“Gaat alles goed, Matthijs?” vroeg zijn moeder.

“Ja hoor,” loog Matthijs, “Ik moest gewoon heel nodig naar de wc.”

Zijn moeder geloofde het en liep weer terug naar haar kamer. Matthijs moest er niet aan denken hoe zijn moeder zou reageren als ze zou weten dat Matthijs een pestkop is. Wat zou ze verdrietig en teleurgesteld in hem zijn. Matthijs spoelde het toilet door, liep naar zijn kamer en kroop weer in bed. Maar hoe hij zijn best ook deed, hij viel niet meer in slaap. Hij bleef denken aan de woorden die gezegd waren:

“Laat me met rust!”, “Pak haar vast en hou haar tegen!”, “Zullen we die aan sloeber geven?” Steeds weer zag hij het gezicht Anna voor zich, de gemene lach van Duncan en hoorde hij het lachen van de groep.

Matthijs ging rechtop zitten, pakte zijn telefoon en keek naar het scherm. Zijn achtergrond was een foto van de jongens, armen over elkaar en lachend. Hij keek naar zijn berichten en zag dat Duncan en Alexander nog een tijdje met elkaar hadden gechat in de groep chat.

FlexLex:

Yo man die chick is echt gestoord (22:50)

The Duncman:

Sws, hoorde je hoe ze schreeuwde? Echt te grappig! (22:50)

FlexLex:

Ja man! (22:50)

FlexLex:

Wel sh*t dat je pa langsliep. Heeft hij nog iets gezegd ofzo? (22:50)

The Duncman:

Relax gast, mijn pa had helemaal niet door dat wij daar waren joh (22:51)

The Duncman:

Hij was zo erg bezig met haar, dat hij ons niet eens gezien heeft (22:51)

FlexLex:

Hahahaha, chill!!!! (22:51)

The Duncman:

Was echt vet grappig! Ik kwam thuis aan en wilde de deur opendoen. 3x raden wie ik tegenkwam? (22:55)

FlexLex:

Noh, toch niet Anna??? (22:57)

The Duncman:

Je weet zelluf! Die chick stond in mijn deuropening.  Je had haar gezicht moeten zien hahaha (22:57)

The Duncman:

Ik deed net alsof ik van niets wist gast. Ik vroeg of alles goed met haar ging hahaha. Echt waar, ze kon elk moment in janken uitbarsten. Echt zo grappig! (22:57)

FlexLex:

Hahahaha dat had ik echt willen zien man! (22:57)

The Duncman:

We moeten ff denken wat we de volgende keer kunnen doen! Kom morgen anders ff bij me langs. Het is toch zaterdag. We zijn heel de dag vrij (22:58)

FlexLex:

Is goed gast! Dan ga ik nu pitten, de voetbaltraining was pittig vanavond. Ben verrot! (22:58)

The Duncman:

Is goed man! Spreek je morgen. Mattie en Julius beter komen jullie ook morgen! (22:58)

FlexLex:

Die watjes liggen allang te slapen joh. Direct na Sesamstraat naar bed. Later gast! (23:04)

The Duncman: (23:04)

Later!

“Fijn,” mompelde Matthijs, “Daar heb ik dus echt geen zin in.”

Matthijs legde zijn telefoon weg en ging weer liggen in bed. De tijd tikte door, maar Matthijs kon de slaap maar niet vatten. Steeds als hij zijn ogen dicht deed, hoorde hij het geschreeuw van Anna. Matthijs lag te bibberen in bed. Hij voelde zich misselijk.

“Kom op, Matthijs,” zei een vrouwenstem, “Het is al twaalf uur, de dag is al bijna voorbij!”

Matthijs opende zijn ogen en zag zijn moeder en zijn zusje in de kamer staan.

“Wakker worden, slaapkop!” riep zijn zusje en ze sprong op het bed van Matthijs. Matthijs moest zichzelf beschermen met zijn armen, omdat zijn zusje niet oplette waar ze allemaal op sprong. Zijn moeder pakte haar op en haalde haar van het bed af.

“Nu is hij wel wakker denk ik, Sophia,” zei zijn moeder met een lach, “Kom je naar beneden, Matthijs, we hebben broodjes gebakken.”

Matthijs zuchtte wat en stond op. Zijn moeder en Sophia liepen de kamer uit.

Toen Matthijs beneden kwam, zag hij zijn vader, moeder en zusje aan tafel zitten. Zijn vader keek op van zijn telefoon.

“Kijk eens wie er eindelijk heeft besloten om ook wakker te worden,” zei zijn vader, “Zeker weer tot laat zitten gamen gisteravond?”

Matthijs keek naar zijn vader en wilde ontkennen, maar wist dat zijn vader hem toch niet zou geloven. Dus knikte hij maar en hoopte dat ze over iets anders zouden praten.

“Misschien moeten we maar een avondklok instellen voor dat ding,” zei vader tegen moeder, “Hij zit altijd maar achter dat scherm en hij wordt er niet bepaald vrolijker van.”

Matthijs voelde zichzelf boos worden.

“En misschien dat we dan ook zijn telefoon in de woonkamer houden als hij gaat slapen,” vervolgde zijn vader, “Dan kan hij daar ook niet door afgeleid worden.”

Matthijs balde zijn vuisten, maar probeerde met alle macht om kalm te blijven.

“Weet je, Matthijs?” ging zijn vader verder, “Je hebt geluk dat wij het zo goed hebben hier. Die familie van dat meisje uit jouw klas. Kom, hoe heet ze ook alweer?”

Matthijs werd lijkbleek

“Je weet wel wie ik bedoel,” zei vader, “Help me eens met de naam. Agh, ik weet het alweer, Anna! Die hebben het lang niet zo breed als dat wij het hebben. Ik durf te wedden dat zij gewoon elke dag een boek leest of buiten speelt. Zij heeft geen telefoon om naar te staren de hele dag, zoals jij en je vrienden doen.”

“HOU OP!” schreeuwde Matthijs kwaad en realiseerde zich dat hij was opgestaan en zijn vuisten op tafel had geslagen.

Iedereen aan tafel werd stil en Sophia liet van schrik haar glas melk op de grond vallen en begon te huilen. Matthijs was woedend, maar schrok zelf ook van zijn uitbarsting.

“Ga. Naar. Je. Kamer…” zei vader rustig, maar je kon de woede in zijn stem horen, “Ik wil je de rest van de dag niet meer zien met dat verwende gedrag van je.”

Matthijs stormde de trap op. Sophia was nog steeds aan het huilen en zijn moeder probeerde haar te troosten. Matthijs had zijn vader nog nooit zo boos gezien. Maar het kon hem op dit moment niets schelen. Zijn vader had er zelf om gevraagd. Hij bleef maar doorzeuren over alles. Matthijs deed zijn deur open, sloeg hem dicht, ging op bed zitten en pakte zijn telefoon. In de woonkamer was Sophia eindelijk stil, maar zijn vader zat nog door te praten over het gedrag van Matthijs.

“Hoe durft hij zo’n grote mond tegen me te hebben,” hoorde Matthijs zijn vader zeggen, “Wat een vreselijk verwend gedrag!”

Matthijs had wel door dat hij een groot probleem kon hebben nu en het zou hem verbazen als hij aan het eind van de dag nog steeds zijn telefoon mocht hebben van zijn vader. Hij opende de chat en typte naar de jongens:

Yo, ik ben bang dat ik mijn pa erg boos heb gemaakt (12:58)

Hij bleef maar zeuren over het gamen en mijn telefoon. Ik werd helemaal loco van hem! (12:58)

Anyways, ik denk niet dat ik vanmiddag kan komen. Weet bijna zeker dat m’n pa me niet het huis uit laat gaan vandaag (12:59)

Matthijs staarde naar zijn scherm. Er gebeurde niets. Hij legde zijn telefoon weer weg en ging liggen op bed. Langzaamaan voelde Matthijs zich weer rustiger worden. Was hij echt zo boos op zijn vader over wat hij zei? Of kwam het omdat hij de naam Anna hoorde? Matthijs viel neer op zijn bed en sloot zijn ogen.

Er werd op de deur geklopt en een stem zei vragend:

“Matthijs?”

Matthijs opende zijn ogen en keek om zich heen.

“Mag ik binnen komen?”

Zijn moeder opende de deur tot een kier en keek voorzichtig naar binnen. Matthijs ging rechtop zitten en antwoorde dat zijn moeder binnen mocht komen. Zijn moeder liep naar binnen en ging naast Matthijs op bed zitten.

“Je vader is erg teleurgesteld in je gedrag van eerder,” zei moeder.

Matthijs keek naar zijn moeder, knikte en zei:

“Ik weet het. Het was niet netjes hoe ik deed. Maar hij bleef maar doorzeuren. En dan ook nog eens praten over Anna. Hij deed net alsof het fijn is om haar te zijn!”

Moeder sloeg een arm om Matthijs heen en knikte begripvol. Matthijs voelde tranen opkomen en deed er alles aan om deze weer in te slikken. Zijn moeder zag dat en vroeg:

“Is er iets wat je me wil vertellen, Matthijs? Ik kan zien dat iets je dwarszit.”

Matthijs schudde zijn hoofd. Hij kon het niet aan om zijn moeder te vertellen dat hij een pestkop is. Maar hij kon het ook niet aan om te liegen tegen zijn moeder.

“Zeker weten?” vroeg moeder nog een keer.

Matthijs twijfelde. Misschien dat ik me daarna wel beter voel, dacht Matthijs.

“Ik, uhm…” stotterde Matthijs, “Anna wordt gepest op school.”

Matthijs kon het niet aan om de hele waarheid te vertellen, maar nu wist zijn moeder in ieder geval wel dat Anna gepest werd.

“Waarom denk je dat?” vroeg moeder verbaasd.

“Ik, uh, ik zag gister een groepje jongens om haar heen staan,” zei Matthijs met een bibberende stem, “Ze trokken haar omver en smeerdne haar gezicht en haar in met een banaan.”

Moeder keek geschrokken naar Matthijs.

“En ik stond er maar bij en deed niets!” vervolgde Matthijs.

Tranen rolden over zijn wangen. Moeder pakte hem stevig vast en troostte hem.

“Arme jongen toch,” zei moeder kalm, “Is dat wat je zo dwars zit vandaag?”

Matthijs knikte en veegde zijn tranen af.

“Ik heb vannacht over haar gedroomd en steeds weer hoorde ik haar roepen.”

Matthijs voelde zich iets beter na het opbiechten, maar voelde zich wel schuldig dat hij niet de hele waarheid sprak.

“Weet je ook wie er om haar heen stonden?” vroeg moeder, “Kende je die kinderen?”

Matthijs wist niet wat hij moest antwoorden. Hij wilde zijn vrienden niet verraden.

“Ik kon hun gezichten niet zien,” loog Matthijs.

Moeder drukte Matthijs nogmaals dicht tegen hem aan en gaf hem een kus op zijn voorhoofd.

“Volgende keer als zoiets je dwarszit, Matthijs, praat dan met ons,” zei moeder, “Wij zijn er ook om je te helpen.”

Matthijs knikte en moeder stond weer op. Net voordat ze de kamer uitliep zei ze:

“Als je verstandig bent ga je zo nog even praten met je vader en je excuses aanbieden. Misschien dat hij dan niet je telefoon afpakt.”

Ze liep de kamer uit en deed de deur dicht. Matthijs keek haar na en dacht dat het inderdaad een goed idee was om met zijn vader te praten. Maar eerst zijn vader een beetje af laten koelen. Hij pakte zijn telefoon en keek op zijn scherm. Duncan, Alexander en Julian hadden gereageerd op zijn berichtjes.

Julius:

Ai man, balen! (13:14)

FlexLex:

No problemo gast, wij gaan wel ff met z’n drieën kijken wat we kunnen doen (13:17)

The Duncman:

Sh*t man! Ik hoop dat je pa niet al te boos is en dat je geen straf krijgt ofzo! (13:17)

The Duncman:

Kunnen jullie allemaal om 2 uur bij mijn zijn? Ik heb denk ik wel een leuk idee voor ons prinsesje (13:18)

Matthijs voelde zich niet gemakkelijk bij de zin van Alexander en Duncan. Hadden ze haar niet al genoeg te pakken gehad gister? Matthijs scrolde door de rest van de berichtjes, die allemaal lachende emoji’s bevatten en Alexander gebruikte ook de bananen emoji een paar keer. Matthijs was in ieder geval blij dat hij niet naar Duncan kon vanmiddag. Hij legde zijn telefoon weer weg en keek rond in zijn kamer. In zijn hoofd spookte een zin rond die zijn vader tegen hem had gezegd:

“Ik durf te wedden dat zij gewoon elke dag een boek leest of buiten speelt.”

Matthijs liep naar de boekenkast en keek naar zijn verzameling. Zijn vader had wel een punt. Het was al lang geleden dat Matthijs een boek had gelezen, terwijl hij vroeger zo graag las. Hij ging met zijn vinger langs de boeken en las de titels. Zijn vinger stopte bij een specifiek boek. Hij pakte het boek uit de kast, ging zitten op zijn bed en keek ernaar. Dit was vroeger zijn favoriete boek. Een boek over ridders, kastelen en draken. Hij opende het en begon te lezen. Even voelde hij zich weer als toen en dacht hij niet meer aan de ellende van gister. Voor heel even was Matthijs weer een ridder, galant en heldhaftig. Een ridder die er was voor arm en rijk. Die vocht tegen de slechteriken en werd geliefd door heel het land. Er verscheen een glimlach op het gezicht van Matthijs, terwijl hij diep in zijn boek verzonken was. Net als vroeger.

Wordt vervolgd in deel 3?

Gepubliceerd door MuziekMeester Gido

Ik ben Gido en zoals je al aan mijn naam kunt zien, ben ik dus muziekmeester. Dit doe ik met veel plezier op een internationale basisschool, met Nederlandse afdeling.

Eén opmerking over 'Schuldgevoel'

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: